Ik gebruikte een dipmeter om de lengte van de halve golf staler te bepalen. Een aluminium buis van een halve golflengte meet men door de spoel van de dipmeter in de buurt van het midden van de staler te houden. Door de buis beetje bij beetje korter te maken, kwam ik tot een resonante halve golf straler. Dit experiment diende om de lengte van de staler te meten. De buis is verder niet meer nodig.
De volgende meting diende om de lengte van de stub te bepalen. Eveneens door telkens de beide buisjes beetje bij beetje korter te maken, kwam ik tot een resonante stub. De stub meet je eveneens best in het midden.
Van de stub kan één been behouden blijven. Voor de andere stub met straler maakte ik een nieuwe lengte: de som van één been van de stub en de halve golf straler. Zo bekwam ik een resonante J-antenne.
|
De mechanische opbouw diende zo eenvoudig mogelijk te zijn.
Om de antenne aan de mast te bevestigen, koos ik een aluminium plaat.
In die plaat kan ik gaten boren voor de beugels en om de antenne op te bevestigen.
De antenne zelf komt op een stukje vierkante aluminium buis Twee gaten door het buisje om de stub te bevestigen. Omdat aluminium gemakkelijk vast loopt, vijlde ik de gaten net iets te groot uit zodat de buisjes confortabel erdoor glijden. Enkele plaatschoefjes dienen om de buisjes op hun plaats te houden. Voor de bevestiging van de antenneplug nam ik een stukje L-profiel. U ziet een N-connector omdat ik aan mijn coaxkabels eveneens N-connectoren heb. Een BNC-connector zal evenzeer volstaan. Ik boorde in het L-profiel ook gaatjes voor de plaatschoeven van de stub omdat die op het vierkante buisje staan. Twee schoeven door de drie stukken aluminium houden de ganse zaak tesamen. |
